Gezinsblad
Claas Piers Sjollema, geb. 12 feb 1767 te Grouw, ovl. 18 nov 1850 te Grouw, Bron Rootsweb
Voorouders van Claas zijn bekend tot ca. 1507
---
Gedoopt: 22-02-1767 te Grouw. Claas Piers heeft zich in de
patriottische tijden niet onbetuigd gelaten; hij was eerste assessor en
werd genoemd "de lytse grietman" (de grietman woonde te Idaard) en was
tevens ouderling in de Hervormde Kerk te Grouw. Hij vluchtte in de
Franse tijd naar Engeland. Hij keerde echter terug en verborg zich in
De Bird bij Grouw. Voor de Maire der gemeente Grouw nam hij op 23
december 1811 officieel de familienaam Sjollema aan. Hij was
scheepsbouwmeester, maar in het laatst verliepen de zaken geheel en al.
(Bron: "Nijmegen")
Was in 1813 ouderling Hervormde Kerk Grou...Op 3 december 1847 werd de
gerenomeerde werf verkocht.(G.P.de Vries)
Claas Piers Sjollema had een werf bij de "Tillezet" bij Grouw,
waarschijnlijk dezelfde werf die zijn vader daar had. Claas was een
aktief patriot, die wegens zijn aktiviteiten naar Engeland moest
uitwijken. In de Franse tijd keerde hij terug. Hij werd assessor
(wethouder) van de gemeente Idaarderadeel en is dit ook na vertrek van
de Fransen gebleven. Claas Piers heeft als eerste een genealogie van de
familie Sjollema samengesteld. (Bron: Leeuwarden)
Hij was wellicht klein van gestalte. Claes Piers Sjollema schreef over
de naam Sjollema het volgende: " De naam Sjollema is ontleend aan het
breiden, dat door deze familie is uitgevonden en hetgeen toen sjoljen
werd genoemd en daardoor werd de familienaam Sjollema aangenomen. Zij
werden toendertijd door de regering met een wapen vereerd, bestaand uit
een gebreide handschoen, een ploeg breidspriemen en kluwen breidsgaren,
daaronder een gebreide slaapmuts op een geel veld aan de rechterhand en
aan de andere kant een halve arend op een blauw veld." Dit is
waarschijnlijk een mooi verhaal, maar niet erg geloofwaardig.
Waarschijnlijk is de naam afgeleid van de mansnaam Sjolle, doch deze
naam komt geen enkele maal voor in het geslachtsregister. Wel staat
vast, dat de naam Sjollema reeds zeer oud is. Uit het beneficiaalboek
van Friesland, in 1850 door Ged.staten uitgegeven, blijkt dat in 1543
betaald werd door Eyntje Sjollema aan de pastorie te Murmerwoude een
floreenrente voor het Vrijdagsbrood (Goede Vrijdag), hetwelk uit zijn
Sate moest worden betaald. In datzelfde boek is ook sprake van een
Sjollema te Driezum, "waar nu ten tijde Garbert Saekes woont." (Bron:
G.Walstra)
Claas Piers heeft zich in de patriottische tijd niet onbetuigd gelaten.
In het begin was hij een prominent patriot. Hij kreeg in 1795, toen de
patriotten het weer voor het zeggen kregen, de functie van "Generale
Ontvang van het Reeel". Maar hij zag snel welke kant het uitging met de
patriotten (de franse soldaten kwamen hier vaak berooid en slecht
gevoed aan) en hij bedankte voor het patriottisch genootschap. Zijn
ambt werd hem toen direkt afgenomen. Nog geen half jaar later werd hij
een van de oprichters en het eerste lid van het "Nije Gild" van Grouw.
Dit gilde werd opgericht door de "prinsgezinden", die zich afgescheiden
hadden van het "Alde Gild", waar de patriotten de lakens uitdeelden. De
eerste boekhouder van het Nieuwe Gilde was zijn zwager Klaas Andries,
terwijl koopman Gabe van Asperen verschillende artikelen aan het Nije
Gild leverde. In de oudheidskamer te Grouw is nog het zilveren
gildewapen van het Nije Gild met het jaartal 1796. Voor het Gild moest
wekelijks twee stuivers betaald worden. Als een lid langer dan vijf
dagen ziek was, kreeg hij wekelijks een goudgulden uitgekeerd; was een
lid 70 jaar dan kreeg hij vijftien stuivers per week. De nabestaanden
van een lid kregen 15 caroligulden of aan de overledene werd een
"doodvat" gegeven. De gildebroeders waren verplicht om de begrafenis
bij te wonen.
Recht.Arch.Idaarderadeel 26 maart 1788, folio 221: Claas verkoopt aan
Hoeke Robberts te Noorderdragten een "nieuw schuite, hol met het
ijzerwerk" voor 1650 car.glds. Idem 9 juni 1790, folio 311: "Monsieur"
Claas verkoopt aan Oeds Jilkes, schuiteschipper en Hiske Rienks te
Suiderhuisterveen een "Nieuw Schuiteschip met platte luiken, lang over
de steven 64 voet, wijd 14 voet, hol 4 en een halve voet, met zeil en
treil en touwen, staande en loopende want" voor 2200 car. glds. Zie
verder nog de rechterlijke archieven 2 april 1789 (folio 253), 26 juli
1787 (folio 271), IDA R 13 folio 229, 241, 264, 128, 272 voor meer van
dergelijke verkopen.
Bij zijn huwelijk bracht hij f 11509,in, die hij had ge&235;rfd van zijn
ouders.
Op 1 mei 1826 heeft hij op het gemeentehuis van Idaarderadeel de
geboorteakte van zijn kleinzoon Symen Andries, geboren 29 april 1826,
als getuige medeondertekend.
In 1831 voltrok hij het huwelijk van de ouders van de bruid van zijn
kleinzoon, nl Jelle Arjens Hoekstra en Hinke Scheltes de Boer. Hij
noemde zich toen: assessor, gedelegeerd officier van den Burgerlijken
Stand der Grieternij idaarderadeel.
Op het laatst verliepen zijn zaken geheel en al. Op 3 december 1847
werden de onroerende goederen, waaronder de gerenommeerde werf, in het
openbaar verkocht, onder meer om de hypotheek ad f 2300,- af te betalen
aan de weduwe Martha Hempenius, weduwe van zijn neef Jacob Johannes
Sipsma en hun 6 kinderen. Zie ook de boedelbeschrijving en het extract
uit de minuten van 1847. (Bron: G.P.de Vries) Zie id 1837

04-06-1814 Handgeschreven brief met handtekening van Gabe van Asperen en
Klaas Piers Sjollema in functie als Kerkvoogden

Gehuwd 25 mrt 1787 te Grouw met:
Dieuwke Andries van Riezen, geb. 14 jun 1766 te Grouw, ovl. 16 mei 1836 te Grouw, Bron Rootsweb
Voorouders bekend tot ca 1630
----
Overleden na een smartelijke operatie op 16 mei 1836.
Na een smartelijk lijden van twee dagen, overleed .... (Overl.Adv.)
Bij haar huwelijk bracht ze f 1000,- in
1) Johannes Clazes Sjollema, geb. 21 nov 1791 te Grouw, ovl. 14 feb 1867 te Woudsend, Bron Rootsweb
Gedoopt: 04-12-1791 te Grouw. Belijdenis te Grouw samen met zijn zus
Tettje op 2 april 1817
Begraven te Grouw. Bij het Centraal Bureau voor Genealogie is een
artikel uit een krant van 1834 te vinden over "de werf te Grouw",
waarschijnlijk de werf van Johannes Sjollema. (Bron: Zeist)
Johannes Clazes Sjollema geeft bij zijn huwelijk (1814) als beroep
scheepstimmerman op. Later, in ieder geval van 1819 tot 1832 is hij
koopman. Vanaf 1836 weer scheepstimmerman of scheepsbouwmeester.
Waarschijnlijk heeft hij de werf van zijn overleden broer Ate
overgenomen. In mei 1852 verhuist hij van Grouw naar Woudsend waar hij
zich op d e scheepstimmerwerf "de Hoop" vestigt.
Not.Arch Idaarderadeel: obligaties d.d. 17.11.1831 fol 155 en 9.12.1833
fol 181.
Op 27 juli 1840 liep het kofschip "Groot Lankum" van zijn werf af
(dr.Wumkes: Stads- en dorpskroniek van Friesland 1800-1900 deel 2)

Gehuwd 23 jun 1814 te Grouw met:
Doetje Aesges Boonstra, geb. 21 dec 1795 te Grouw, ovl. 1 jan 1872 te Terhorne, Bron Rootsweb, dochter van Aesge Hyltje(s) Boonstra en Durkje Jelmers Huisman
Hoofdindex A-Z