| Gezinsblad |
|
Ghisbertus (Ghijsbrecht) Roesmont (Rosemont), geb. 1435, ovl. voor 20 apr 1485, zoon van Daneel Roesmont (Rosemont) en Jonkvrouwe Adriana Dircksdr (= Theodorici) de Rover Ghijsbrecht Roesmont komt in 1455 voor met zijn zus Katharijn, als kinderen van wijlen Daniel en jonkvrouwe Adriana. In 1456 koopt hij van zijn broer Daniel de leengoederen van Rijsingen. Hij huwt vóór 1468 met jonkvrouwe Margriet, dochter van Michiel Michielszoon Henrickszoon Fykens van Eindhoven, uit diens huwelijk met Elsbene, een dochter van Claes Henrickszoon Willemszoon en van Elsbene Jacobsdochter Haengreve. Op 11 juli 1470 wordt hij beleend met dé 20 pond payments op de heerlijkheid Herlaer (na dedood van zijn oom Ghijsbrecht). Naast een erfcijns van 14 gouden Overlandse Rijnsguldens uit een hoeve op Coll in Nuenen, bezat hij cijnzen te Stratum, Gemert, Someren, Asten, den Bosch, Deuteren, Olland, Empel, Oirschot, en rogpachten in Uden, Sint-Oedenrode, Oirschot en Heesch. Ook had hij bezittingen in Eindhoven c.a. Ghijsbrecht overleed vóór 20 april 1485. Zijn weduwe en zijn zoon Jan beloven op l augustus 1510, als voornaamste schuldenaars, te betalen aan Goossen Goossens van Rethie, op sint Petersdag in de Oogstmaand over vijfjaar, de som van 110 gulden. Margriet overleed vóór 6 mei 1524. De vermelde geboortedatum van Ghijsbrecht is slechts een ruwe schatting! Gehuwd voor 1468 met: Jonkvrouwe Margriet van Eyndhoven, geb. te (...), ovl. voor 6 mei 1524, dochter van Michiel Michiel Henrick Fykens van Eyndhoven en Elsbene Claesdr |
|
1) Daniel Roesmont (Rosemont), geb. te ´s-Hertogenbosch (in de Sint Jan te ...), ovl. voor 2 mrt 1507 te verm. 's-Hertogenbosch op 27 januari 1468 in de Sint Jan in Den Bosch gedoopt (peters: jonker Willem van Ghent, heer van Rixtel, en Aert Berwouts; meter: de vrouw van Jan Aertszoon van Erpe). Op 20 april 1485 beleend met de goederen van.Rijsingen. Op 6 juni 1485 beleend met de 20 pond payments' op de heerlijkheid Herlaer. Op 12 september 1499 onder de meerderjarige kinderen genoemd en overleden vóór 2 maart 1507. |
|
2) mr. Michiel Roesmont (Roosmont), geb. 1480 te verm. 's-Hertogenbosch, ovl. na 1534 te verm. 's-Hertogenbosch https://denboschpubliek.hosting.deventit.net/ als mondig vermeld op 12 september 1499 (daaruit volgt de ruw geschatte geboortedatum 1480 - 1485). Zijn broer Godschalk moet hem elk jaar 2 gulden en 18 stuivers betalen. Michiel wordt in document aangeduid met de achternaam Roosmont (alhoewel, gezien de schrijfwijze, er toch Roesmont zou kunnen staan): Detail ( https://denboschpubliek.hosting.deventit.net/detail.php?nav_id=19-1&index=0&imgid=1264086925&id=1264086923 ): Toegang Bosch Protocol Inventarisnummer 1270 Folionummer 363 - Recto Datum 8/1502 Beschrijving Michiel Roosmont 2:0:0 jl Nuland Cornelis Vrients 2 mud rog jl Vlierden met: N.N. |
|
3) Elisabeth Roesmont (Roesmonts), geb. 1480 te verm. 's-Hertogenbosch, ovl. na 1504 te verm. 's-Hertogenbosch https://denboschpubliek.hosting.deventit.net/ als mondig vermeld op 12 september 1499 (daaruit volgt de ruw geschatte geboortedatum 1480 - 1485) |
|
4) Joannes (Jan) Roesmont (Roesmonts, Roosmont?), geb. 1480 te verm. 's-Hertogenbosch, ovl. ± mrt 1514 te verm. 's-Hertogenbosch https://denboschpubliek.hosting.deventit.net/ als minderjarig vermeld op 12 sept. 1499 (zijn rus geschatte geboortejaar is dan 1480 - 1485); komt op l augustus 1510 met zijn.moeder te Eindhoven voor. Overleed te 'Leuven' voor 5 december 1526.(??) Rekeningpost Johannes Rosemont want hy gezwoeren brueder is geweest, die executueren van meester Goetscalck Rosemont tot Loeven Beroep gezworen broeder|meester Plaats Leuven Jaar 1527 Soort betaling achterstallige doodschuld betaald na de dood Inv.nr. 128 Rekening Pagina 133v Diversen achterstallige doodschuld betaald na de dood met: N.N. |
|
5) Godscalcus (Godschalk) Roesemont (Rosemont, Roesmont) van Eyndhoven (Endovia), geb. ± 1483 te Eindhoven, ovl. 5 dec 1526 te Leuven (Belgie) Godschalk Roesmont werd omstreeks 1483 te Eindhoven geboren uit bovengenoemde ouders. In 1485 overleed zijn vader. Uit de akte van scheiding van 12 september 1499 blijkt, dat Godschalk dan nog minderjarig is. Hij erft o.a. een erf cijns van 14 gouden Overlandse Rijnsguldens, tevergelden op sint Jan Baptist, uit een hoeve op Coll in Nuenen, welke cijns Aert Berwouts gekocht had van Jan Rutgerszoon van'Erpe, man van Ermgard Fredericksdochter Michelinck. Godschalk moet zijn broer Michiel elk jaar,2 gulden en 18 stuivers betalen. Hij gaat te Leuven studeren in de pedagogie de Valk én is in 1502 de derde onder 98 medeleerlingen bij de promotie in de philosofische faculteit. Hij zet zijn studies voort in de theologie en neemt zijn intrek in het college van de H. Geest, waar hij de lessen van professor Lucas Waltherus volgt. Hij wordt echter teruggeroepen naar de Valk om daar de philosofie te onderwijzen. Op 2 maart 1507 wordt hij, na de dood van zijn broer Daniel, beleend met de goederen van Rijsingen. Waarschijnlijk werd hij in hetzelfde jaar beleend met de 20 pond payments op de heerlijkheid Herlaer. In 1509 wordt hij geaccepteerd als regent van de faculteit der wetenschappen in de Raad der Universiteit van Leuven. In 1515 wordt hij, nog licentiaat, opgenomen in het „stricte college" der theologische faculteit, waardoor hij tot de acht „doctores regentes" behoorde. Sinds 1515 had Roesmont één prebende van de tweede rang in de kanunnikdijen in de hoofdkerk van sint Pieter te Leuven. In 1516 promoveert hij op onbekende theses theologicae. In hetzelfde jaar ook zijn eerste publicatie, een kerkboekje. Dit Boecxken... leert ons hoe dat wij ons vierichlijck sullen oefenen in die seven bloetstortinghen ons heren ende die seven sonderlinghe droefheden van Maria ende noch anders, die te Antwerpen bij Henri Eckart van Homberch verschijnen. In 1517 verschijnen Een seer goede leeringhe van den Pater noster een cört beduytsel ghemaect van meester Godschalk Rosemont van Eyndhoven, en Van der Biechten en de die seven dootsonden (216 blz.). Het laatstgenoemde werk verscheen in 1518 in het Latijn, en haalde de vijfde druk in 1554 (verschenen bij Jan de Winghe te Leuven; de uitgave van 1554 is aanwezig op het gemeentearchief van Eindhoven). . • Op 7 november 1519 is Roesmont aanwezig bij de vergadering in de hoofdkerk van sint Pieter, samen met o.a. Ruard Tapper van Enkhuizenjin deze vergadering werd Luther's boek veroordeeld. ' In 1520 wordt hij benoemd tot professor in de theologie (in opvolging van Antonius Crabbe van Mechelen) en tot halfjaarlijkse rector van de Universiteit. In laatstgenoemde hoedanigheid huldigt hij en spreekt hij keizer Karel V toe bij diens officiële ontvangst te Leuven in 1520. Om 1522 treed hij op als-een der „commissarii" en „judices" in het proces teBrussel tegen de „ketters" Hendrik Voes, Johan van Essen en Lambert Thoren. Op l juli 1523 woont hij - als een der autoriteiten - hun terechtstelling op de brandstapel, op de Markt van Brussel, bij. In hetzelfde jaar sticht hij in het college van paus Adriaan enige beurzen t.b.v. zijn familie en na deze voor inwoners van Utrecht en Leuven. Op 6 mei 1524 laatmeester Godschalk de stad Eindhoven weten, dat deze voortaan 18 i.p.v. 20 Rijnsguldens jaarlijks moet betalen. In 1524 wordt hij benoemd (door de executeurs van het testament van paus Adriaan VI) tot primus praesidens van het college van paus Adriaan die hij te Leuven had gekend en met wie hij correspondeerde, toen deze nog kardinaal in Spanje was (8 november). Ook wordt hij in hetzelfde jaar praepositus der zusters van het Groot Gasthuis. Op 23 maart 1525 verkoopt hij de goederen van Rijsingen aan Alard Henrickszoon van Bree. In 1525(mei-september) neemt Godschalk als theologisch assessor deel aan het proces tegen de Woerdense kosterszoon Jan Janssen Pistorius, die in het proces te den Haag ter dood veroordeeld wordt. Op 11 september wordt Pistorius door de beul geworgd en op de brandstapel verbrand. Op'7 oktober 1526 sticht Roesmont een beurs voor het college van de H. Geest ter opleiding van theologanten en doet een gift aan de zusters van het Groot Gasthuis. Een derde beurs vestigt hij in het sint Ivo college. Prof. Dr. Mr. Godschalk Roesmont overleed op 5 december 1526 te Leuven, kort voor tien uur 's morgens, en wordt in het Groot Gasthuis begraven. Zijn grafschrift luidt: Sepultus est hoc loco incomparabilis vir Dominus GODESCALCUS ROSEMONDUS ENDOVIENSIS genere non ignobili natus: S. Theol. Professor, non titulo solum sed vita, sed lingua, sed stilo, Lovanii ad divum Petrum canonicus atque, hujus zènodochii virginibus praepositus, ilibatusomnis sanctimoniae flos. Mortuus est anno Dni Millesimo quingentesimo XXVI. IX (nonis) decbris. Als zaakwaarnemer in'zijn doodschuld treedt op Mr. Jan Scharley alias Nagelmaker uit Leuven, volgens een inschrijving in het archief van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap te den Bosch, waarvan Godschalk lid was, evenals zijn broer Jan. Op 10 oktober 1527 wordt Frans van Elmpt voor het convent van sinte Maria Magdalena op de Windmolenberg beleend met de' 20 pond payrnents op de heerlijkheid Herlaer, na dode mr. Godschalk Roesmont. We hebben dus gezien, dat Godschalk tamde uit een gegoede familie. Hij was een knappe kop, van wie men hoge verwachtingen koesterde. Toch zien we na zijn eervolle promotie een zekere teruguitgang. Zijn publicaties waren populair bij het grote publiek, doch vergeleken met hetwerk van zijn collega's, ligt het op lager niveau en is het zonder wetenschappelijk belang. Hij lijkt amper opgewassen tegen het inquisitiewerk. Hij is de man van hét compromis, wat Erasmus goed begrepen schijnt te hebben toen hij, aangevallen door Roesmont's collega's, tot driemaal toe een beroep op hem deed. Een onderhoud in het huis van Roesmont, tussen Erasmus en Egmondanus (Nicolaes Baechem),opdat deze met zijn aanvallen zou ophouden, bleef zonder gevolg. Een drietal brieven van Erasmus aan Roesmont is uitgegeven. Toen hij de dood van Roesmont bekend maakte aan Joannes de Lasco, schreef deze „fuit vir melior quam pro vulgari sorte theologprum". ---- Godscalcus Roesemont de Endovia obiit 5 Decembris. Fundavit duas niissas in Theologia, unam in coUegio antique Theologorum, alteram in collegio novo per Adrianum Pontificem creato. bron: L'ANCIEME FACULTÉ DE THÉOLOGIE DE LOUVAIN AU PREMIER SIÈeiE DE SON EXISTENCE (143M540). SES DÉBUTS, SON GRGANISATiON, SON ENSEIGNEMENT, SA LUTTE CONTRE ÉRASME ET LUTHER. AVEC DES DOCUMENTS INÉDITS. LOUVAIN Bureaux de la REVUE D'HISTOIRR ECCLÉSIASTIQUE 40, RUE DE A'AML'H, iO, Paris. — R. Roger cl F. Cher.wviz, éditeurs, 99, Boulevard Raspail. Louvain. — Imprimerie Pierre Smeesters, rue Ste-Barbe, 18. 1911 |