| Gezinsblad |
|
Petrus Montpellier (Monpellier), geb. te (...), ovl. na 1822 Petrus was minstens 1x doopgetuige: http://www.gahetna.nl/collectie/archief/inventaris/gahetnascan/eadid/1.05.11.16/inventarisnr/16/level/file/scan-index/61 +15 Julii_baptisatus in hospitali infimus + est Petrus -> _Februarij van het Land,servus adultus- _Susc.:Petrus Montpellier_ -- lid van de Rooms Katholieke kerk --- mogelijk afkomstig van plantage Monpellier: http://www.deplantagecommewijne.com/2008/_NL/geschiedenis.html De plantage Montauban (groen) vormde ooit een geheel met Monpellier. Later werd Monpellier geannexeerd door Mariendaal (groen). Aan de Orleanekreek was vroeger een aantal kleinere plantages gehuisvest, voornamelijk koffieplantages en kostplantages. Thans (2005) is daar niet veel meer van over, en alle plantages zijn volledig overgroeid. In dit bos zullen ongetwijfeld nog bewoningsrestanten verborgen zijn. Van de plantage Montpellier zijn – voorzover bekend – geen restanten bewaard gebleven. Maar de plantage gaat een nieuwe toekomst tegemoet in het toerisme. Op een terrein van 11 hectare is een kleine toeristische oase aangelegd genaamd “De Plantage”, die de toerist werkelijk veel te bieden heeft. Chronologie van de plantage Montpellier : 1764 - aanleg plantage De plantages aan de Orleanekreek werden vanaf 1744 uitgegeven. Het was een gouvernementsverkaveling, waarop gegadigden konden inschrijven. De verkaveling bestond uit kleine en smalle percelen van elk100 akkers, met een breedte van 10 ketting, te klein voor een normale productieplantage. Dat was dan ook niet de bedoeling ; de gedachte was om er kost te laten verbouwen, want een tekort aan kost waseen veelvuldig terugkerend probleem in de kolonie. De verkaveling was tevens bedoeld om de “kleine man” ook een kans te geven in de planterij. Immers, voor de aanleg van een kostgrond was niet veel kapitaal nodig. De opzet mislukte echter ; binnen enkele jaren waren de meeste kavels samengevoegd tot middelgrote productieplantages. Jan Albus verkreeg in 1764 een grond van 200 akkers “geleegen in de Orelijns kreek regterhand in 't opvaeren aen de bovenlijn van 't land toebehoorende Johannes Diederiksen”. Dit is de helft van de latere plantage Montpellier. Later werd er 200 akkers aan de grond toegevoegd zodat een productieplantage van 400 akkers was ontstaan. Naast Albus wordt dan als mede-eigenaar Elie Arabet genoemd. Maar Montpellier, grotendeels gelegen op een van de grote zandritsen dieoost-west door geheel Suriname loopt, is waarschijnlijk nooit een succesvolle plantage geweest. Jan Albus was in 1751 in Suriname gearriveerd met het schip “Vreedenrijk” onder schipper Jan Laurids. In1766 was hij administrateur van de plantages van gouverneur Crommelin, en boekhouder van de kerkelijke gerechtigheden. Er is iets met hem gebeurd. In een inventaris van 1767 van de plantages Montpellier en Montauban wordt vermeld dat hij “innocent” is, ofwel geestesziek. Hij overleed in 1768: “...1768-october 8 Debet Boedel Jean Albus - A kerkegerechtigheid voor 't begraven van hem selfs in de nw: oranje tuijn door de Gereformeerde Diaconie f 50,- ...” (registers gereformeerde gemeente). Na zijn dood werd de boedel afgewikkeld door zijn compaan Elie Arabet. 1767 – Elie Arabet Jan Albus Elie Arabet arriveerde in 1751 in Suriname met het schip “Agatha” onder schipper Jurriaan Schouten. We zien hem in 1758 als directeur van de plantage La Campagne aan de Orleanekreek. Zes jaar later, in 1764, legde hij aan dezelfde kreek de plantage “Montauban” aan. Hij ging samenwerken met zijn buurman Jan Albus aan de overzijde van de kreek, eigenaar van de plantage “Montpellier”. Vanaf1767 worden de plantages genoemd als 1 bedrijf. Toch hadden de twee plantages, met in totaal 43 slaven, geen grote waarde. In 1767 werden ze op F 48.292,- getaxeerd. In 1771 werd Arabet vermoord op zijn plantage door de groep van Boni. Het Gouverneursjournaal bericht hierover als volgt: ... Vrijdag den 5 Julij 1771 's Avonds heeft den Heer Gouverneur rapport bekoomen, dat een troep Wegloopers (apparent die zig tusschen Suriname en Commewijneophouden) de bovenste Plantage in de Orleijns Creecq hebben geattaqueerd en den eijgenaar Arabet vermoord. Dat egter de slaaven van gem: Arabet zig hebbengeopposeerd, een der wegloopers hebben doodgeschooten, waarop zij de vlugt hebben genoomen, meede voerende drie neegers en twee negerinnen; de daar sijnde Officier heeft er eenige neegers daar men nogeenig vertrouwen op moet stellen agter aan gezonden, wijl 't water so hoog tusschen de ritsen staat, dat er geen blanken door kunnen....” Uit het verslag blijkt, dat de slaven waarschijnlijk niet hadden geparticipeerd in de voorbereiding van de aanslag. Dat was ongebruikelijk, maar gezien de geringe slavenmacht meende Boni dat dat niet nodig was. Het gevolg was dat de slaven zich verweerden, maardesondanks bereikte Boni zijn doel. Arabet werd gedood. Waarom eigenlijk ? Was hij een wrede meester ? Dat is niet duidelijk ; zijn slaven hebben getracht hem te beschermen. Arabet komt niet voor inde registers van de gereformeerde kerk. Dat is om twee redenen niet zo verwonderlijk : de registers vertonen wat hiaten, maar veel waarschijnlijker: Arabet is nooit getrouwd geweest, en zijn kinderenzijn nooit gedoopt. Plantagedirecteuren leefden over het algemeen in concubinaat met een van de plantageslavinnen. Dat werd zelfs aangemoedigd ; op die manier zou de directeur immers veel beter geinformeerd zijn over wat er onder de slavenbevolking omging. In de trouw- en doopregisters zouden we Arabet dus tevergeefs zoeken. Maar ook in de overlijdensregisters komt zijn naam niet voor, en dat is weleen beetje vreemd. Mogelijk was hij katholiek. Na 1771 – veiling ; Johannes Diederichsen Ten tijde van de overval waren Montpellier en Montauban verhypothekeerd bij het negociatiefonds Harman van de Poll &compagnie. Na de overval waren de plantages niet meer in staat de benodigde rente enaflossing te betalen, en werden uiteindelijk voor een gering bedrag geveild. (Stipriaan 1993, 221). Montpellier kwam in handen van de familie Diederichsen, eigenaar van buurplantage Mariendaal, en Montauban werd gekocht door Aubin Nepveu, de eigenaar van plantage Vrouwenvlijt, meer stroomafwaarts aan dezelfde kreek. De bedoeling was dat ze zou functioneren als kostplantage voor Vrouwenvlijt, maardat bleek geen succes, vanwege de zandritsen. De administrateurs van Vrouwenvlijt klagen in 1787 : “... Alzoo mr: F: E: Becker & C: Pache als administreerende de plantagie VrouwenVlijt in de Hoer Helena creecq geleegen, aan ons bij requeste hebben te kennen gegeeven dat wijlen den vorigen eijgenaar mr: Aubin Nepveu, ontwaar wordende dat kost landen zou komen te manqueeren, hadde versogt en geobtineerd een stuk land van 200 akkers 't geen genaamt is de Hulp, gelegen aan 't boveneinde van 't canaal aan gemelde creecq, en daarna door zijne erven nog waarbij gekogt een stuk van 400 akkers genaamtMontouban, dat een concessie is geweest aankomende wijlen Arabet ; dan dat die 600 akkers zodanig met zandritsen bevonden zijn doorsneeden dat er weinig strookjes tamelijk land tusschen beide lopen, endie met weinig of geen succes tot kost kunnen gecultiveerd worden ...” 1780 – boedel weduwe Johannes Diederichsen-Haas (inventaris 1780) Johannes Diederichsen was eigenaar van de plantages Mariendaal en Montpellier. Hij was gehuwd met Maria Hass. In 1778 overleed hij op zijn plantage Mariendaal :“.... 1778-maart 11 Debet Boedel Johannes Diederichse - Aan kerkegeregtigheid voor 't bekentmaken van 't overleijden van hem zelfs op de plantagie Mariendaal in de Hoer Helena Creecq f 9,- ....”In 1780 was Montpellier een kleine plantage met maar 8 slaven. Er werd niet eens een marktproduct verbouwd, mogelijk was er wat kost. De boedel Diederichsen was de eigenaar. Maria Hass, weduwe van Johannes Diederichsen, was in 1780 op de plantageoverleden :“... 1780-october 1 Debet Boedel Maria Hass laast weed: Johannes Diederichsen - Aan kerkegeregtigheid voor 't bekentmaken van 't overleijden van haar zelfs op den 22 september h: a: op de grond Monpellier in de Hoer Helena creecq f 7,10 ...” De erfgenaam van de plantages was Ernst Coenraad Runge. Hij was “delibererend”, wat wil zeggen dat de plantage met schuld was belast en de erfgenaam bezig was te onderzoeken of het de moeite waard was om de erfenis te accepteren. 1793 - J. F. Friderici (almanak 1793) De plantage Montpellier produceerde koffie en katoen. Friderici beheerde het bezit zelf. Ook het naastliggende Mariendaal was eigendom van Friderici. Mogelijk waren de plantages samengevoegd tot 1 bedrijf. 1821 – verlaten (almanak 1821) De plantage wordt niet genoemd in de almanak. De plantage Mariendaal was verlaten. 1843 – militair piket (almanak 1843) In 1843 was op de verlaten plantage een militaire post gevestigd. De omliggende plantages, waaronder Mariendaal, waren opgekocht door de eigenaren van plantage Dijkveld aan de Surinamerivier. Maar inde almanak worden geen directeuren genoemd. De gronden waren dus verlaten. 1863 De plantage was al lange tijd verlaten en wordt niet genoemd in de emancipatieregisters. 1863 – 2005 – nader uit te zoeken Bronnen : 1 - boeken en artikelen 1.01- Alex van Stipriaan - Surinaams contrast– KITLV, 1993 1.02- M.D. Teenstra - De landbouw in de kolonie Suriname, voorafgegaan door ene geschied- en natuurkundige beschouwing dier kolonie - 1835.uitgegeven in 1835, maar de daarin staande beschrijvingen dateren uit 1828 – 1830. 2 - databases op het internet 2.1 - Philip Dikland - oud archief der burgerlijke stand in Suriname 2.2 - Heinrich Helstone, Okko ten Hove e.a. - database emancipatieregisters 1863 3 - inventarisaties in het notarieel archief van het NA, den Haag ARA NOT inv. no. 225 f. 30 - Montpellier & Montauban Locatie : Hoerhelenakreek aan de linkerhand aan de bovenlijn van de plantage, waarvan eigenaars zijn wijlen Mr: Aubin Nepveu en Johannes Diederichsen Datum : 1767-04-07 Gegevens : 1. Montauban: 400 akkers, cacao, katoen, bananen 2. Montpellier: 400 akkers, katoen, cacao, weidegrond, bananen, koren, cassave, pluimvee slaven der 2 plantages: 43 totale taxatie: Nf 48.292,- verzoeker : Elie Arabet, voor zichzelf en als sequestor, aangesteld door Hof van Politie en Criminele Justitie, over goederen enz van de thans innocent zijnde Jean Albus eigenaar : Elie Arabet ; Jean Albus ARA NOT inv. no. 228 f. 138 – Montpellier & Montauban Locatie : Montauban : Hoerhelenakreek aan de linkerhand aan de bovenlijn van de plantage, waarvan de erven van AubinNepveu eigenaars zijn 2. Montpellier aan de rechterhand aan de bovenlijn van de grond, waarvan Johannes Diederichsen eigenaar is. datum : 1768-07-28 ; appendix van 1768-07-26 gegevens : 1. Montauban: 400 akkers, cacao, bosgrond2. Montpellier: 400 akkers, cacao, katoen, bananen, weidegrond slaven: 34 voor beide plantages totale taxatie: Nf 43.067,- verzoeker : Elie Arabet, prive en als aangestelde curateur door het Hof van Politie en Criminele Justitie over de goederen enz van Jean Albus eigenaar: Elie Arabet en Jean AlbusARANOT inv. no. 699 f. 417 - Montpellier & Montauban Locatie : Montauban: Hoerhelenakreek aan de linkerhand aan de bovenlijn van de plantage de Hulp2. Montpellier: aan de rechterhand aan de bovenlijn van de plantage Mariendael datum : 1770-10-03 ; 1770-10-30 gegevens : 1. Montauban: 400 akkers, cacao, koffie, bosgrond 2. Montpellier: 400 akkers, verlaten grond cacao, katoen, bananen, koffie, pluimveeslaven: 34taxatie: Nf 86.825,30verzoeker : Elie Arabeteigenaar Elie Arabet ARA NOT inv. no. 233 f. 285 - Montpellier & Montauban Locatie : Hoerhelenakreek aan de rechter- en linkerhand Datum : 1771-07-12 Gegevens : 1. Montauban: 400 akkers, cacao, koffie, bosgrond2. Montpellier: 400 akkers, weidegrond, cacao, katoen, bananen, koffie30 slavenverzoeker : S: Felman en J: F: Andree, aangestelde executeurs door het Hof van Politie enz.directeur : J: F: Twest erflater: E: ArabetARA NOT inv. no. 253 f. 320 - Montpellier locatie : Hoerhelenakreek aan de rechterhand aan de bovenlijn van de plantagie Mariendaal Datum : 1780-10-09 Gegevens : 400 akkers, 8 slaven, hoornbeesten, pluimvee Verzoeker : E: C: Runge, executeur en deliberende erfgenaam erflater: weduwe Johannes Diederichsen-Haas5 – archief Dienst der Domeinen teParamaribo1764 - warrand Montpellier.Alzoo Jan Albus oud 44 jaaren aan ons bij requeste heeft te kennen gegeeven, hoe dat hij in ervaring was gekomen dat in de gedolve Orelijns kreek nog onbegeeven landen waaren leggende en alsoo hij tot nog toe geen land in 't geheel often deele was besittende, en wel geneegen was een stuk land aldaar op te neemen en te cultiveeren, weshalven hij sig was keerendetot ons, ootmoedig versoekende dat aan hem mogte werden geconcedeert een stuk land groot twee hondert akkers en leggende aan de bovenlijn van 't land aankomende Johannes Diederiksen.So is 't dat wij het voorsz: overgemerkt en de prositive conform de waarheijd bevonden hebbende, mitsdien vergunnen en concedeeren aan Jan Albus, omme in allodialen eijgendom op te neemen en erffelijk te besitten 200 akkers land met een face van 20 kettingen of soo veel meer als door den landmeeter bevonden sal worden te behooren geleegen in de Orelijns kreek regterhand in 't opvaeren aen de bovenlijn van 't land toebehoorende Johannes Diederiksen,en voorts onder conditien en restrictien als volgt. Sal hij van heeden af aan voor deze een honderd akkers land aan den ontvanger der in- en uijtgaande rechten in der tijd moeten betaalen, een recognitie of canon van vier stuijvers hollands per akker, 't zij hetzelve land bebouwd werd of niet, en so vervolgens jaarlijks op den eersten dag van 't verleenen van deser warrand, en dat op poene dat ingevalle deselve recognitie of canon binnen ses weeken na de vervaldag niet voldaan was, hij of diegeene desself regt hebbende verkreegen, van dien sal moeten betaaleneen dubbelde van dien, en alzoo in plaatse van vier stuijvers agt stuijvers, en na ses weeken niet voldaan hebbende werd hetselve land weederom ipso facto met desselfs ap- en dependentien van dien verklaart te sijn vervallen aan Edele Societeit.Sal hij gehouden zijn de approbatie van deze warrand binnen ses maanden aan Haar Edele Groot Agtbaare De Heeren Directeuren der Edele Geoctroijeerde Societeit deeser colonie 't verzoeken die binnen twaalf anderen maanden aan ons en den Heer Raad fiscaal sal moeten werden geexhibeert.Ook sal hij binnen den tijd van tien jaaren het selve land niet mogen verkopen, veralieneeren ofte op eenigerleij wijsen van meester doen veranderen ten zij bij versterf of insolventie,als meede hetselve behoorlijk te doen uijtmeten en daarvan laaten vervaardigen vier evengelijke kaarten die illico ter approbatie aan ons sullen moeten werden gebragt, waarvan één voor de Edele Societeit voornoemt, één voor ons, één om nevens dese warrand ter secretarij deser colonie te werden geregistreerd, en één voor den eijgenaar sal sijnVoorts binnen den tijd vvan agthien maanden na de gedaane uijtmeeting daarop setten een bequaam woonhuijs, en dat bij deese twee hondert akkers land bij continuatie altoos sullen moeten sijn en blijven geaffecteert ten minsten vier slaven.Verders sal hij mede de kreek moeten opdelven en onderhouden, alles op poene dat voorsz: vergunde landipso facto weederom sal vervallen wesen aan de Edele Societeit, ten welkers behoeven in cas van verkoop ten allen tijden het regt van naasting word gereserveert.Ook word hem gepermitteerd in den tusschen tijd van het versoeken der gemelde approbatie het bij deser vergunde land te mogen cultiveeren ten zijne periculen.Laatstelijk zal hij copie authenticq van deese warand aan de Heer Raad Fiscaal deser colonie onder recipisse moeten ter hand stellen en deselve recipisse annexeeren bij 't versoek van approbatie op deese warrand aan Hooggemelde Edele Societeit.Aldus gedaan en met ons zegel bekragtigt Pararmaribo desen 25 junij 1764/ was getekend / W: Crommelin/ onderstond / ter ordonnantie van de heer gouverneur/ en getekend / C: F: Schultz gesw: clercqnevens appositie van 't zegel van de heer gouverneur in rood lakaccordeert met sijn origineelC: F: Schultz gesw: clercqDe resolutie van Haar Edele Groot Achtbaaren de Heeren Directeuren en de Edele Geoctroijeerde Societeit deser colonie in dato 3 october 1764, waarbij hiervoorenstaande warrand werd geapprobeert is op heden aan ons vertoond.Actum Paramaribo den 5 maart 1766/ was getekend / W: Crommelin/ onderstond / ter ordonnantie van de heer gouverneur/ en getekend / C: F: H: C: V: Wirsing gesw: clercqAccoord met sijn origineelC: F: H: C: V: Wirsing gesw: clercq1764 – warrand MontaubanAlzoo Elie Arabel oud 29 jaaren aan ons bij requeste heeft te kennen gegeeven, hoe dat hij in ervaring was gekomen dat in de gedolve Orelijns kreek nog onbegeeven landen waaren leggende en alsoo hij tot nog toe geen land in 't geheel often deele wasbesittende en wel geneegen was een stuk land aldaar op te neemen en te cultiveeren, weshalven hij sig was keerende tot ons ootmoedig versoekende, dat aan hem mogte werden geconcedeert een stuk landgroot twee hondert akkers en leggende aan de bovenlijn van 't land laast uijtgegeeven aan Mr: Aubin Nepveu.So is 't dat wij het voorsz: overgemerkt en de prositive conform de waarheijd bevonden hebbende, mitsdien vergunnen en concedeeren aan Ellie Arabel, omme in allodialen eijgendom op te neemen en erffelijk te besitten 200 akkers land met een face van 20 kettingen of soo veel meer als door den landmeeter bevonden sal worden te behooren, geleegen in de Orelijns kreek linkerhand in 't opvaeren aan de bovenlijn van 't land laast geconcedeert aen mr: Aubin Nepveu,en zulx onder conditien en restrictien als volgt.Sal hij van heeden af aan deze een honderd akkers land aan den ontvanger der in- en uijtgaande rechten in der tijd moeten betaalen een recognitie of canon van vier stuijvers hollandsperakker, 't zij hetzelve land bebouwd werd of niet, en so vervolgens jaarlijk op den eersten dag van 't verleenen van deser warrand, en dat op poene dat ingevalle de selve recognitie of canon binnen ses weeken na de vervaldag niet voldaan was, hij of diegeene desself regt hebbende verkreegen, van dien sal moeten betaalen een dubbelde van dien en alzoo in plaatse van vier stuijvers agt stuijvers, enna de ses weeken niet voldaan hebbende werd hetselve land weederom ipso facto met desselfs ap- en dependentien van dien verklaart te sijn vervallen aan Edele Societeit.Sal hij gehouden zijn de approbatie van deze warrand binnen ses maanden aan Haar Edele Groot Agtbaare De Heeren Directeuren der Edele Geoctroijeerde Societeit deeser colonie 't verzoeken die binnen twaalf anderen maanden aan ons enden Heer Raad fiscaal sal moeten werden geexhibeert. Ook sal hij binnen den tijd van tien jaaren hetselve land niet mogen verkopen, veralieneeren ofte op eenigerleij wijsen van meester doen veranderen tenzij bij versterf of insolventie, alsmeede hetselve behoorlijk te doen uijtmeten en daarvan laaten vervaardigen vier evengelijke kaarten die illico ter approbatie aan ons sullen moeten werden gebragt, waarvan een voor de Edele Societeit voornoemt, één voor ons, één om nevens dese warrand ter secretarij deser colonie te werden geregistreerd, en één voor den eijgenaar sal sijn, en dat bij dese twee hondert akkers land bij continuatie altoos sullen moeten sijn en blijven geaffecteert ten minsten vier slaven en de kreek schoonhouden volgens placcaaten ; alles op poene dat voorsz: vergunde landipso facto weederom sal vervallen wesen aan de Edele Societeit, ten welkers behoeven in cas van verkoop ten allen tijden het regt van naasting word gereserveert.Ook word hem gepermitteerd in den tusschen tijd van het versoeken der gemelde approbatie het bij deser vergunde land te mogen cultiveeren ten zijne periculen.Laatstelijk zal hij copie authenticq van deese warand aan de Heer Raad Fiscaal deser colonie onder recipisse moeten ter hand stellen en deselve recipisse annexeeren bij 't versoek van approbatie op deese warrand aan Hooggemelde Edele Societeit.Aldus gedaan en met ons zegel bekragtigt Pararmaribo desen 25 junij 1764/ was getekend / W: Crommelin/ onderstond / ter ordonnantie van de heer gouverneur/ en getekend / C: F: Schultz gesw: clercqnevens appositie van 't zegel van deheergouverneur in rood lakaccordeert met sijn origineelC: F: Schultz gesw: clercqDe resolutie van Haar Edele Groot Achtbaaren de Heeren Directeuren en de Edele Geoctroijeerde Societeit deser coloniein dato 3 october 1764, waarbij hiervoorenstaande warrand werd geapprobeert is op heden aan ons vertoond.Actum Paramaribo den 5 november 1766/ was getekend / W: Crommelin/ onderstond / ter ordonnantie van de heer gouverneur/ en getekend / C: F: H: C: V: Wirsing gesw: clercqAccoord met sijn origineelC: F: H: C: V: Wirsing gesw: clercq met: Rosa Christine , geb. te (...), ovl. na 1822 |
|
1) Elisabeth Agnes Montpellier (Monpellier), geb. te Paramaribo (Suriname), ovl. te (...) Elisabeth is zeker een dochter van Petrus en Rosa dopen Roomse Kerk |
|
2) verm. Rosette Montplier, geb. ± 1812 te plantage Meerzorg (Suriname), ovl. 30 jun 1879 te Paramaribo (Suriname)
met:
N.N. |
|
3) Adrianus (Adriaan Petrus) Montpellier (Monpellier), geb. 26 okt 1818 te Suriname, ged. 20 dec 1822 te Suriname, ovl. 13 jun 1865 te Paramaribo (Suriname) mogelijk: http://www.gahetna.nl/collectie/archief/inventaris/gahetnascan/eadid/1.05.11.16/inventarisnr/16/level/file/scan-index/57 +20 Decembris_baptisatus est Adrianus[natus 26 oct.1818] _filius Rosa-pater Petrus dicitus Montpellier- _Suscept.:Jacobus van Katwijk et Joanna Kreijter- met: N.N. |
|
4) Maria Agnes (Agnesse) Montpellier (Monpellier), geb. ± 8 mrt 1819 te Suriname, ovl. 7 mrt 1888 te Paramaribo (Suriname) overleden op 68 jarige leeftijd vrijwel zeker Rooms Katholiek met: N.N. |