Gezinsblad
N.N. met:
verm. Henriette Louisa Neral, geb. te plantage Mijn Vermaak en Vrijdom (bij de Saramaccarivier, Suriname), ovl. na 1863, dochter van N.N. en Wilhelmina Jodoca van Laren
http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/eadid/2.21.071/node/c01%3A14./open/c01:14.c01:14.c02:1.c03:1.
zoon Cavour nog speculatief, zoon Johannes is zeker

zoon Johannes zeker, zoon Cavour nog speculatief
---
Henriette Louisa Neral



In 1855 werden vond de manumissie plaats van de in 1807 geboren Louisa en haar tienjarige zoon Frederik afkomstig van plantage Mijn Vermaak. De bijbehorende vergoeding werd betaald door de toenmaligegouverneur, en hij had hiervoor een bijzondere reden.



Jhr. Johan George Otto Stuart von Schmidt auf Altenstadt (1806-1857) was een Nederlands koloniaal bewindsman. Hij werd in 1820 aangesteld tot cadet bij de militaire school te Semarang en in 1823 bevorderd tot 2e luitenant. In 1829 werd hij 1e luitenant en 1832 adjudant van gouverneur-generaal Johannes van den Bosch, die eerder in Suriname actief was. Hierna werd hij resident van Bagelen.



In 1837 trouwde hij met Wilhelmina Jodoca van Laren en het echtpaar kreeg acht kinderen. Nadat hij in 1850 wegens ziekte naar Nederland was gekomen, werd Von Schmidt auf Altenstadt in 1852 benoemd totgouverneur van Suriname. Met hem reisde zijn gezin af naar Suriname, waarvan de bovengenoemde Louisa huisbediende werd.

Onder het bestuur van Von Schmidt auf Altenstadt werd het slavenreglement gewijzigd, waarbij het vervoeren van slavenmachten van gesloopte plantages naar elders zonder vergunning verboden werd, en hetgeven van premies voor de invoer van slaven van de West-Indische eilanden ingetrokken. Tevens kwamen onder zijn bestuur de eerste immigranten uit Madeira en een klein aantal Chinezen uit Java.

Hij raakte als gouverneur onder de indruk van het werk van de Afro-Surinaamse medicus Adolf Frederik Gravenberch (1811-1906). Samen met andere ingezetenen zorgde hij er voor zijn benoeming tot arts en bij Koninklijk Besluit honoris causa van 1855 werd aan Gravenberch toegestaan om de medische praktijk in Suriname uit te oefenen.

Voor wat betreft de manumissie van Louisa geldt dat de echtgenote van de gouverneur, Wilhelmina Jodoca van Laren erg onder de indruk moet zijn geweest van de hulp die ze bood bij de verzorging en opvoeding van de gouverneurskinderen. Louisa werd gevraagd om met het gezin mee te reizen naar Nederland, en zou bij haar manumissie een naam krijgen die was afgeleid van die van de gouverneursvrouw. Haarnaam na de manumissie, Neral is dan ook een omkering van de naam Laren.
1) Carolina Cornelia Neral, geb. ± 1837, ovl. 25 feb 1902 te Paramaribo (Suriname), beroep(en): Huisbediende (1863)
http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/eadid/2.21.071/node/c01%3A14./open/c01:14.c01:14.c02:1.c03:1.
1862:

Gouvernements Secretarie

Paramaribo, den 12 Februarij 1862.
Ten gevolge van het door L. Neral gedaan verzoek zijn bij resolutie dd. 11 dezer maand No. 2 "Brieven van Manumissie" verleend geworden aan de slavin Cornelia, geboren in 1837, dochter van de (later gemanumitteerde) slavin Louisa, toebehoord hebbende aan het Gouvernement.
Zullende gemelde gemanumitteerde voortaan de namen voeren van:

Cornelia Neral

De Hoofd-Commies, belast met de functien van den Gouvernements-Secretaris,

J.E. Wesenhagen
met:
N.N.
2) Johannes Frederik Neral, geb. ± 1845, ovl. na 1892, beroep(en): huisbediende (1863), timmerman
http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/eadid/2.21.071/node/c01%3A14./open/c01:14.c01:14.c02:1.c03:1.
moeder is zeker

Gehuwd te district Beneden Cottica (Suriname) met:
Catharina (Katharina) Loodpot (geboren Penny), geb. ± 1861 te plantage Rust en Werk (district Beneden Cottica, Suriname), ovl. na 1892, dochter van N.N. en Cornelia Mathilda Penny
http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/eadid/2.21.071/node/c01%3A14./open/c01:14.c01:14.c02:1.c03:1.
Hoofdindex A-Z