Gezinsblad
Pieter van Laren, geb. te Dordrecht, ovl. 4 dec 1841 te Soerakarta (IndonesiÙ), beroep(en): Predikant, zoon van Jodocus van Laren en Francina MorjÚ
http://www.regionaalarchiefdordrecht.nl
met:
Johanna Margaretha van der Bank, geb. ± 1790, ovl. 3 okt 1858 te 's-Gravenhage
1) Francina Johanna Maria van Laren, geb. ± 1817 te Ochten, ovl. 12 aug 1890 te 's-Gravenhage
Gehuwd 14 jan 1837 te Djokjakarta (IndonesiÙ) met:
Franciscus Fredericus Prager, geb. te (..., ovl. te (...), beroep(en): Kolonel (1845)
2) Wilhelmina Jodoca van Laren, geb. 24 feb 1819 te Ochten (Echteld), ovl. 13 jan 1886 te 's-Gravenhage, beroep(en): Douairčire
http://www.geldersarchief.nl

Gehuwd 17 okt 1837 te Kedoe (IndonesiÙ), @N1070@ met:
jonkheer Johan George Otto von Schmidt auf Altenstadt, geb. 5 mei 1806 te Sint-Oedenrode, ged. 26 mei 1806 te Sint-Oedenrode, ovl. 7 aug 1857 te 's-Gravenhage, beroep(en): Gouverneur van Suriname, ambtenaar in Nederlands-IndiÙ, resident van Bagelen., zoon van jonkheer Johan Heinrich Adolph von Schmidt auf Altenstadt en Jeanne (Jeane, Jenny) Balnearis (Balneavis)
http://www.bhic.nl/index.php?id=193
Jhr. Johan George Otto Stuart von Schmidt auf Altenstadt (1806-1857) was een Nederlands koloniaal bewindsman. Hij werd in 1820 aangesteld tot cadet bij de militaire school te Semarang en in 1823 bevorderd tot 2e luitenant. In 1829 werd hij 1e luitenant en 1832 adjudant van gouverneur-generaal Johannes van den Bosch, die eerder in Suriname actief was. Hierna werd hij resident van Bagelen.

Onder het bestuur van Von Schmidt auf Altenstadt werd het slavenreglement gewijzigd, waarbij het vervoeren van slavenmachten van gesloopte plantages naar elders zonder vergunning verboden werd, en hetgeven van premies voor de invoer van slaven van de West-Indische eilanden ingetrokken. Tevens kwamen onder zijn bestuur de eerste immigranten uit Madeira en een klein aantal Chinezen uit Java.

Hij raakte als gouverneur onder de indruk van het werk van de Afro-Surinaamse medicus Adolf Frederik Gravenberch (1811-1906). Samen met andere ingezetenen zorgde hij er voor zijn benoeming tot arts en bij Koninklijk Besluit honoris causa van 1855 werd aan Gravenberch toegestaan om de medische praktijk in Suriname uit te oefenen.
Hoofdindex A-Z