| Gezinsblad |
|
Jacob Benjaminse (Joziaszn ?) Rottier, geb. ± 1655 te Schore, beroep(en): landbouwer, in 1694 schout te Schore, zoon van Benjamin Rottier en Jacomijntje Leendertse Paerdekooper
Gehuwd 1 feb 1686 te Kloetinge met: Willemijntje Jacobse (Willemke) op´t Hof, geb. ± 1658 te Kloetinge, ovl. 7 dec 1727, dochter van Jacob Jacobse op ´t Hof en Apolina Cornelisse (Leuntje) Kelle |
| 1) 3 kinderen Rottier, geb. 1669 |
|
2) Jacob Jacobsz Rottier, geb. ± 1700 te Schore, ovl. ± 1762 te Schore, beroep(en): schepen en schout (vanaf 1751) van Schore Vanaf 11 september 1751 wordt Jacob voor het eerst als schout van Schore genoemd. Hij zit dan steeds de vierschaar voor. "Het woord vierschaar dekte in de middeleeuwse rechtsterminologie meerdere begrippen. Allereerst werd ermee bedoeld de plaats van de terechtzitting. Het verweesook op de vier banken die er werden opgesteld: één voor de schout, één voor de schepenen of rechters daartegenover, één bank links voor de aanklager of eisende benadeelde en één bank rechts waarop debeschuldigde of verweerder plaatsnam. Vierschaar is ook nog bedoeld als synoniem van de zitting zelf". Voordien was hij schepen. Een schepen was voorheen wat thans de wethouders zijn, de schout is dan de burgemeester. Gehuwd 10 jul 1727 te Schore met: Jacomijntje Cornelisdr. van Sweden, geb. ± 1705 te Vlake, ovl. ± dec 1765 te Vlake, dochter van Cornelis van Sweden en Jannetje Jacobs Huisman http://www.genealogieonline.nl/en/stamboom-van-der-werf/I3513.php Op 18 mei 1762 wordt door zijn vrouw Jacomijntje een testament opgemaakt,waaruit blijkt dat zij weduwe is. Op 18 mei 1762 comparneerde Jacomina Cornelisse van Sweden,weduwe van Jacob Rottier voor notaris Leonard de Fouw te Goes alwaar ze een testament laat opmaken,dat behelst dat haar kinderen universeel erfgenaam zijn. Als voogd over de minderjarige kinderen worden haar zoon Jacob Jacobsse Rottier en haar schoonzoon Adriaan Matthijsse Kakebeke aangewezen. Ze verklaart verder; "Nogthans onder expresse conditien dat haar testatrices soon Cornelis Jacobse in leven zijnde,het na doode van haar testatrice in sijn magt en keuze zal hebben om haar tetatrices hofsteede,theans bijhaar bewoond met de nobre van een honderd gemeten van het beste daaraan gebaand hebbende weij en zaaijland gelegen onder Schoore voorgemeld als de Vlaque door deselven uit te kiezen" |